Voor de Kongo-volken waren minkisi krachtvoorwerpen uit het onzichtbare land der doden. Ze speelden een centrale rol in politiek en religie, bemiddelden met de bovennatuur en gaven greep op de grillige geesten en natuurkrachten. Angstaanjagende beelden straften boosdoeners, welwillende beschermden de gemeenschap. De doeltreffendheid ervan hing af van de magische stoffen. De scherpe ijzeren voorwerpen in dit krachtbeeld werden ingedreven tijdens de rituele activering van het beeld. Behalve Europese spijkers gebruikten de Kongo-volken ook schroeven, nagels of stukjes van messen en oude hakken van lokale makelij.