Het hoofdmotief op dit donkergele linnen weefsel is het zogenaamde 'zielenschip'. Met zijn bemanning van mensen, dieren en gebouwen stelt het de 'marga' of de clan en zijn woongebied voor. Niet alleen is het scheepsmotief een metafoor voor het wereldbeeld; het vertegenwoordigt tevens de eeuwige beweging. De wereld is zonder begin of einde, maar vernieuwt zich voortdurend. Om die reden zijn scheepjesdoeken verbonden met overgangsrituelen. Ze worden door adellijke families als wandkleed opgehangen bij overgangsrituelen die te maken hebben met de verschillende fasen van de levenscyclus, geboorte, initiatie, huwelijk, overlijden, en bij de zogenaamde rangfeesten waarbij de gastheren opklimmen naar een hogere sociale positie.
Textielen met dergelijke voorstellingen staan in Indonesië bekend als palepai of ‘scheepjesdoeken’. Dit exemplaar is afkomstig van de Pamingir op Zuid-Sumatra, befaamd om hun weefkunst.