Deze urnen van het Marajoara eiland in de Amazonedelta worden doorgaans in begraafplaatsen aangetroffen. De Marajoara kenden aldus een vooroudercultus en hechtten veel belang aan het leven in het hiernamaals. De verschillen in de behandeling van de overledenen wijzen echter op sociale ongelijkheid bij de bewoners. Als iemand was overleden, werd hij of zij uit elkaar genomen, de beenderen rood geschilderd en vervolgens zorgvuldig in urnen gerangschikt, de schedel bovenop. De urn werd begraven met de rand boven de grond, afgesloten door een schaal of een omgekeerde kom.
In de decoratiekunst van de Marajoara zijn vier verschillende technieken te onderscheiden, die soms afzonderlijk en soms tezamen voorkomen. In dit exemplaar zijn ze alle toegepast: beschildering, gravering, bas-reliëfs en appliques. Met rode en witte kleislip zijn ingewikkelde motieven aangebracht. De hoge kwaliteit van dergelijke vazen doet vermoeden dat ze werden gemaakt door gespecialiseerde ambachtslieden.
De iconografie van de Marajoara omvat zowel natuurlijke als bovennatuurlijke wezens. Het is soms moeilijk om mens en dier te onderscheiden. Dieren spelen een complexe rol; ze treden bijvoorbeeld op als de voorouders van mensen, of als de brengers van de kennis die de mens in staat heeft gesteld om werktuigen te maken en te gebruiken. De meestal gestileerde afbeeldingen zijn vaak samengesteld uit elementen van verschillende diersoorten. De hagedis en de kaaiman zijn de meest voorkomende motieven, al is het niet altijd mogelijk om ze precies te identificeren. De hagedis op deze vaas heeft drie klauwen aan iedere poot, wat niet overeenstemt met de werkelijke afbeelding van dit reptiel. De kam op de rug is uitgesprokener dan bij een echte hagedis, de staart korter. De motieven op de vaas zijn geordend in drie zones, waarvan de onderste is versierd met vier menselijke gezichten. De Marajo-beschaving heeft fraaie objecten voortgebracht maar er is nog weinig literatuur over.