Deze beker met de afbeelding van een mensenschedel heeft een verhoogde rand die de verlengde vorm van de schedel benadrukt. De beker houdt verband met een sterke vooroudercultus De schedel is plastisch aangegeven: de grote oogkassen en de driehoekige neusopening met in het midden het septum. De brede 'glimlach' ontbloot een dubbele rij tanden, omrand door lippen. Bijzonder is het motief aan de achterkant van de schedel, tussen de twee kaken. De vier in elkaar passende haken doen denken aan de golfmotieven die regelmatig terugkomen op voorwerpen uit de Andes-beschaving.