Deze ocarina of fluit heeft de vorm van een sjamaan in transitie. Hij draagt een kostuum dat zijn hele lichaam omhuld, met grote pofmouwen. Hij draagt een hoofddeksel en uit zijn mond komt een vorm die niet meteen duidelijk is. Is het een weergave van zijn overgeven als gevolg van de hallucinogene drugs? Het geeft dit instrument duidelijk zijn sjamanistische functie. De zachte, warme tonen van een ocarina speelden een belangrijke rol als hulp voor de sjamaan op zijn reis in de geestenwereld. Deze reis werd voorts nog gestimuleerd door het gebruik van hallucinogene stoffen, eveneens door gezang, dans en de geur van aromatische planten. Al deze factoren droegen bij tot het creëren van de geschikte psychologische atmosfeer voor de sjamanistische tocht. Hoogstwaarschijnlijk neemt de hier afgebeelde sjamaan deel aan een ceremonie waarbij hij van gedaante wisselt om toegang te krijgen tot de andere wereld.
Bij de Tairona (de voorouders van de Kogi) kon een muziekinstrument zowel een profane als een religieuze betekenis hebben. Zo had de fluit die door de jongemannen werd bespeeld een amoureuze connotatie, want ze werd gebruikt om de vrouw die ze begeerden, te verleiden. Onder de oude volkeren van Colombia lijken de Tairona in het bijzonder een grote voorliefde voor fluiten en ocarina's te hebben gehad. De zorg waarmee ze deze blaasinstrumenten vervaardigden, is daar een sprekend bewijs van.