Tibetaanse religieuze rolschilderingen, 'thangka', zijn meestal op katoen en soms op zijde geschilderd. De gele, blauwe en rode brokaatstroken rondom vormen de "regenbooglijst". Soms is in die boord onderaan een rechthoekig lapje ingezet: de zgn. 'thangka'-deur of 'thanggo'.
In de zoom onder en boven is een stok bevestigd die steun geeft aan zowel het oprollen als het ophangen van de schildering. Voor het geheel is een gele of groene zijden sluier bevestigd die met lange linten op zijn plaats gehouden wordt.
Na de rituele inwijding van de thangka werden op de rugzijde enkele magische formules aangebracht, soms begeleid door de handafdruk van een belangrijke lama.
Deze 18de-eeuwse 'thangka' toont in het centrum Namasamgiti, een vorm van 'bodhisattva' Manjusri. Hij staat tussen de vijf 'jina's' met daaronder de boeddha's der drie tijdperken met zestien bodhisattva's. Onderaan vertoeven drie 'dharmapala's'.