Tijdens bepaalde erediensten dragen Tibetaanse boeddhistische (lamaïstische) priesters van de Geelkap-sekte een vijfbladige kroon (Tibetaans : 'rigsing' of 'dBu-rgyan'). Op de schilden hiervan staan de vijf transcendente boeddha’s of jina's afgebeeld. Volgens het 'mahayana' boeddhisme emaneerden deze vijf uit een oerboeddha. Je kunt ze alleen in meditatie leren kennen en worden voorgesteld als prinsen in meditatiehouding. Elk van hen heeft een eigen naam, kleur, symbool en windrichting. Zij werden de spirituele vaders van de menselijke ('manusi') boeddha's, waarvan Siddharta Gautama de meest gekende historische Boeddha is. De meestal ascetisch voorgestelde 'jina's' dragen in dit geval de prinselijke tooi van een 'bodhisattva'.
Deze priesterkroon is eigen aan het lamaïsme, het boeddhisme in Tibet. Meestal worden de figuren op de kroon geschilderd. Dit exemplaar is gemaakt van zijde op karton in een uitzonderlijke textieltechniek. Het bestaat uit uiterst fijn en ingewikkeld weef- en legwerk met satijnbinding en een meerkleurige inslag, gelijkend op 'lampas'.