Omstreeks 500 komen allerlei nieuwe jachtwapens van Siberische afkomst in gebruik, onder meer ook boog en pijl. Om te beletten dat de terugslaande pees hun polsen verwondde, droegen de jagers beschermers met geometrische lijnmotieven en in de vorm van een gestileerde walruskop. De beschermer heeft enkele rechthoekige gaten waardoor deze met een lederen veter om de pols gebonden kan worden.