Samengesteld door twee gelijke platte linialen, aan elkaar vastgeklonken, maar toch vrij kunnen draaien op hun eigen scharnier. Elke arm draagt twee zoekers, vastgemaakt bij middel van een vijs (één vijs ontbreekt). Een halve cirkel doorkuist de twee armen, en is vastgemaakt door middel van twee vijzen. Op elk uiteinde der twee armen zijn twee vijzen, aan dewelke men eventueel, de droge punten kan vastmaken (ontbreken). Twee gaten zijn voorzien, om het apparaat vast te maken op een overtrek (ontbreken).