Zwaard met rechte stalen kling, de rug eerst plat en recht, dan overgaand in een licht convexe tegensnede die aan de punt naar de snede toeloopt. Aan de snede eerst plat en concaaf, met uitsteekseltje, dan over een scherpe hoek verbredend in een snede die eerst concaaf, en dan recht en uiteindelijk licht-convex verloopt. Donkergrijze hoornen kolfgreep, versierd met twee goudkleurige metalen knopen en met een zilveren en goudkleurige metalen steelring. Bruine houten schede met verbreed mondstuk en afgerond uiteinde met uitsteekseltje, versierd met plaatzilveren beslag: bij het mondstuk een brede band met goudkleurige metalen opleg, en 11 bandjes. Aan het uiteinde goudkleurig-metalen knopen. Kalasan met greep sukul jering.