Armring in zilver 'glang pengenkam' of 'glang penjangkoet'. Ronde doorsnede, afgeplat aan de uiteinden. Versierd met graveerwerk (kruisbloemen gescheiden door dubbele dwarsstreepjes en visgraatmotief). Opgelegd met suasa. Gedeeltelijk omwikkeld met zwart katoenweefsel. Over de ring zijn 42 zilveren ringen met gekartelde rand, en 1 grotere witte ring ('sensim akek of sensim langkèk') uit schelp. De ringen zijn onderling verbonden door een grijs gevlochten snoer uit katoen.
Meestal door vrouwen gedragen, soms door jonge mannen aan linkerarm, door bruidegom aan beide armen.