Met grijze katoendraad aan een grijs katoentouw naast elkaar gebonden blauwe, rode en enkele groene veren van gelijke lengte; in het midden 3 langere rood-groene arara-staartveren; op twee derden van hun lengte zijn de veren met grijze katoendraad aan elkaar verbonden.
Gemaakt door mannen die het recht van hun ngêt-wa kregen. Gedragen door jongens en mannen in me-bi-ôk-ceremonie, of door me-krare-remëtch in beb-ceremonie.
Wordt gedragen samen met AE.1975.0046.0015 (= dubbele bundel bruine buigzame spanen)