Deze luxe draagstoel heeft veel weg van een eenpersoonskoets, maar dan zonder wielen. Hij werd immers gedragen door twee mannen aan de draagstokken voorzien aan weerszijden van de stoel. Het was in de 17de en 18de eeuw een gebruikelijk transportmiddel, weliswaar voor de (adellijke) elite, want het bood veel voordelen. Altijd gebruiksklaar want een paardenspan was niet nodig, vlug en wendbaar in smalle en drukke straten, en het raakte tot aan de deur van de bestemming zonder het delicate schoeisel van de passagier te bevuilen.
De draagstoel was ook een prestigeobject, de look was van belang. Niet zelden stond hij zichtbaar in de hal van welgestelde eigenaar. In dit geval zien we de stijl van Lodewijk XV (Franse koning van 1715 tot 1774) die de smaak van de 18de eeuw bepaalde, meer bepaald late barok, rococo. We zien krullerige gebeeldhouwd en verguld hout en kostbare materialen zoals fluweel en leder.
Er werkten heel wat ambachtslui aan de stoel: schrijnwerkers voor het houten geraamte, stoffeerders voor het leder en het textiel, schilders en vergulders. De binnenkant is volledig bekleed met rood fluweel versierd met krullerige galons of sierlinten en franjes (de slijtage op het zitvlak wijst op veelvuldig gebruik). De buitenkant is voorzien van een decoratief aangebracht patroon van spijkers op een zwartlederen bekleding: die bood goede bescherming tegen slecht weer.