Gemerkt in onderglazuurblauw met gekruiste zwaarden en een punt.
Het ovalen scheerbekken heeft een brede schuin aflopende boord, die aan de rand is afgewerkt met een verguld rocaillepatroon in reliëf. Op de hoogte van de uitsparing voor de hals zitten achteraan, in de staanrand, twee gaatjes. Hierdoor liep een band waarmee de om bij het scheren om de hals werd vastgemaakt.
Over heel de breedte van de kom is de voorstelling van een hertenjacht uitgewerkt. Een meute van zes honden zit een hert achterna in een ven en hun prooi is de uitputting nabij. Links komen twee jagers aangereden met een getrokken degen. Ze zijn vergezeld door een derde ruiter met een jachthoorn. Rechts nadert de hondenmeester met een zweep en een fluitje. De grote hond is vastgemaakt aan een boomstronk. Misschien is dit de spoorhond of mogelijk de beenhouwers-/slachthond.