De zittende mannenfiguur draagt halsketting, oorpluggen, een korte schoudermantel, een versierde band rond zijn borst, een knielange rok rond zijn heupen en een trapeziumvormige hoofddeksel. De bovenrand van zijn hoofddeksel werd gereconstrueerd. De kleding is karakteristiek voor dit type feestvierders. In zijn linkerhand houdt hij een rammelaar. Opvallend is zijn glimlach. Mogelijk heeft die te maken met het ritueel waarbij mensen de rol van enkele goden vervulden, die geofferd zouden worden. Volgens het relaas van de Spaanse monniken Diego Durán en Bernardino de Sahagún werden de imitatoren gekleed als de goden en kregen zij een bedwelmende drank die hen in een roes bracht en de kwade invloed van verdriet of boosheid moest weren. Ze dansten en bezongen de daden van de god die werd gevierd. Op het hoogtepunt werd de imitator geofferd, vaak door onthoofding. In archeologische sites over heel centraal en zuidelijk Veracruz zijn offerdepots van terracotta hoofdjes van dergelijke glimlachende beelden gevonden terwijl de lichamen vaak stukgeslagen en zonder hoofd waren opgeborgen in afzonderlijke depots.