Vrouwelijke ruiterfiguur in gevlekt bruin aardewerk, met als voetstuk een afgeplatte bol waarop het paard met zijn buik en zijn vier poten steunt. Het paard met langgerekt lichaam en kleine kop met afhangende kleine oren heeft een lange staart die tegen de linkerachterpoot aanleunt. De vrouw is Europees gekleed (jurk en broek) ; zij heeft korte benen en een groot zwaar lichaam. Haar grote ronde hoofd met gearceerde wenkbrauwen, ingezonken amandelvormige ogen, brede neus, brede lichtgeopende mond, grote uitgewerkte oren en met kerflijnen uitgewerkte haartooi eindigt bovenaan in een rond gat met opstaande rand waarin een rond stopsel met topje steekt. Haar handen bevinden zicht naast elkaar op de rug van het paard en ondersteunen een liggend kind, dat eveneens Europees gekleed is. Het kind heeft de linkerhand op de linkerdij en de rechterhand op de linkervoorarm van de vrouw. Het geheel is versierd met kerflijnen. Op het voetsuk staat "VOANIA MUBA", de naam van de kunstenaar. Deze Congolese kunstenaar van het einde van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw legde zich toe op potten bakken, een kunstvorm die normaal als een vrouwelijk ambacht gezien werd. Hij creëerde voor de verkoop een nieuw type kleisculptuur, waarvan deze kruik een voorbeeld is, en signeerde zijn werk op Europese wijze.