Kraan FA 330 was een unieke kraan, bedoeld voor zwaardere lasten. Het topmechanisme met een dubbele giek is een van de meest geslaagde systemen voor een topkraan voor zwaardere lasten. || De FA 330 kwam in bedrijf in juni 1938 en was bedoeld voor zwaardere lasten (zoals auto’s) van 5 ton tot 6 ton. Deze kraan was een vreemde eend in de bijt op de Scheldekaaien, tussen de hydraulische kranen van 2 ton aan de zuidelijke Scheldekaai nummer 9. Daar bevond zich de terminal van het Harwichstation, de aanlegkade van de mailboten van de London and North Eastern Railway Company met een dagelijkse passagierslijn op de Engelse haven Harwich. Door aanleg van de Kennedytunnel in 1964 moesten de scheepvaartlijnen en de FA-kraan uitwijken naar kaaien aan weerszijden van de tunnelbouwwerf. De kraan kwam op de nabijgelegen Scheldekaai nummer 10A. De uitrusting aan magazijnen was echter ondermaats, de twee scheepsligplaatsen bevonden zich te ver van elkaar en de leefbaarheid van de terminal was onvoldoende voor deze trafiek, die daar dan ook verdween. ||
De FA 330 is voorzien van een giek van het type ‘pantograaf’ of ‘vervormbare vierhoek’, samengesteld uit drie vakwerkconstructies die scharnierend aan elkaar verbonden zijn. Het onderste en zwaarste deel is de drukgiek, enkele meters daarboven ligt de lichtere trekgiek en scharnierend op de top van beide deelgieken ligt de kleinere tuimelaar of bek. Op het uiteinde van deze laatste staat de kabelschijf waarover het vrijhangende deel van de hijskabel met haak loopt. Het onderste uiteinde van de drukgiek scharniert rond een as op de onderkant van de voorzijde van de machinekamer. Het onderste uiteinde van de trekgiek scharniert rond een as op de top van een draagjuk boven de machinekamer. Het topmechanisme staat op het dak van de machinekamer en bewoog via een draadstang de drukgiek.
Het concept was vanaf 1925 ontwikkeld door Demag en werd nog vele jaren na 1938 aanzien als de meest geslaagde configuratie voor een topkraan voor zwaardere lasten. Het wordt typisch toegepast bij werfkranen voor scheepsbouw en scheepsherstelling. De vroegere stedelijke vlotkranen Portunus en Titan, hijslast 40 ton op 42 meter, in dienst van 1986–88 tot 2014, hebben een soortgelijke giekconstructie. Opmerkelijk bij deze kranen is het even grote vermogen van de hijsmotor en de zwenkmotor, wat verklaard werd door de grote massa en het grote windoppervlak van de giek en dus ook hun groot inertiemoment rond de verticale zwenkas.