Deze dunne, ovale plaquette heeft een dynamisch, symmetrisch patroon van vogels en slangen- of krokodillenkoppen. De vogels lijken reigerachtigen, met hun lange, S-vormige nekken, spitse snavels en kuifveren. Ze kijken van elkaar weg terwijl hun buiken naar elkaar gericht zijn. Onderaan hun staart komt aan iedere kant een slangen- of krokodillenkop tevoorschijn. Uit hun bekken steken ingewikkelde tongen met weerhaken. Dergelijke grote, ronde plaquettes werden ook gedragen door de mensen die Christoffel Columbus voor het eerst ontmoette bij zijn aankomst in 1492.