Roerkop. Basis: gestrekte boogvorm aan de voorzijde sterker omhooggebogen. Bovenzijde: boogvormig, vertrekkend aan de basis, aan de voorzijde uitlopend in drie tonnetjes (klaverbladvormig) en in een korte bocht met recht verlengstuk uitlopend op de basis. De twee zijkanten verdiept en omrand met halfronde, holle, bies. Voorzien van een schildering met een zeilende sloep met kottertuig (CI04) op woelige zee (olieverfschilderij). Op de andere zijde een zeilende schoener op zee (olieverfschilderij). Aan de basis een ijzeren strip met twee gaten. Hout. Kleuren: boven geel, zijkanten groen, bies rood, tonnetjes zwart, geel, rood. Afkomstig van een Hollandse tjalk voor beurt van Antwerpen op Lokeren. Gesloopt 1918. laatste eigenaar: Egide De Ruysscher die de schilderen maakte.