Korinthische aryballos of zalfkruikje. Zo'n kruikje droegen de atleten bij zich en met de olie smeerden ze zichzelf vóór de wedstrijd in. De wijze van beschildering is kenmerkend voor het Korinthische aardewerk uit de zesde eeuw. Rondom zijn vier hoplieten of krijgers naar rechts afgebeeld en onder het oor staat een grote leeuw naar rechts gewend. Tussen de figuren zijn bloemmotieven aangebracht. Op de schouder van het kruikje zijn lange tongen geschilderd, terwijl de brede lip van het potje versierd is met drie zwarte cirkels.