Reeds in de Indische Rigveda was Yama bekend als de eerste mens die de dood inging. Zo werd hij de begeleider van de gestorvenen naar het hiernamaals.
In het tantristische boeddhisme kreeg Yama de functie van een van de acht grote beschermers van de leer, een Dharmapala of Dharmaraja.
Yama (AE. 1993.0017.0004.1/2) draagt een vajra (de bliksemscepter in zijn hoofdtooi, symbool van de beschermer van de Leer (Dharmapala), maar ook om zijn verwantschap met Aksobhya aan te duiden.
Yama heeft een donkerblauwe kleur, een dikke buik en een buffelkop. Hij heeft drie ogen en is ityfallisch. In zijn rechterhand zit een knokenstaf met doodshoofd en in de linker een strik waarmeen hij zijn slachtoffers vangt. Beide attributen zijn hier verdwenen. Yama staat hier in pratyalidha houding (naar rechts neigend op de stier die op zijn beurt een naakte man vertrappelt. Yama heeft een krans van afgehakte hoofden om. Op de borst draagt hij een cakra of wiel dat met snoeren van stukjes been vastgehouden wordt. Zijn gezellin is Yami of Camundi, die vaak als een klein vrouwelijk figuurtje wordt afgebeeld, zittend op Yama's dij of op de rug van de stier.