Dit Mbole-beeld met gebogen armen en benen stelt een vrouw voor die ter dood werd veroordeeld door ophanging wegens het schenden van de openbare orde of het overtreden van de wetten van het Lilwa-genootschap. Dit in graden gestructureerde genootschap vervulde bij de Mbole zowel rituele, opvoedkundige, sociale, politieke, economische als gerechtelijke functies. De betekenis van de 'ofika' (gehangene)-beelden werden toegelicht tijdens de overgangsrituelen van de jongens om hen te behoeden tegen misdaden. Om de gemeenschap tegen onheil te beschermen, werden de beelden ook rondgedragen op een draagbaar van lianen, zoals hier door een balkvormig fragment tussen de enkels is voorgesteld. Dit exemplaar werd samen met drie andere Mbole-beelden in 1920 door de Stad Antwerpen aangekocht bij de handelaar Henri Pareyn.