Lantaarnplaat met een doorlopende kleurenafbeelding in vier taferelen, genummerd van A. t.e.m. D. De decalcomanie is aangebracht op de voorzijde van de enkelvoudige, rechthoekige glasplaat die is omlijst met donkerrode papieren kleefband. Het betreft ‘Tafel XXXV.’ in de reeks.
Het lantaarnplaatje verbeeldt in vier scènes het tweede deel (van de drie) van het Arabische sprookje ‘Aladdin en de wonderlamp’ uit de vertellingen van ‘Duizend-en-een-nacht’ (ca. 450).
We zien het volgende:
(A.) Aladdin verstopt zich achter de deur van het badhuis en loert door een kier om een glimp op te vangen van de dochter van de sultan. Wanneer de prinses haar sluier optilt en Aladdin haar gezicht ziet, is hij op slag verliefd.
(B.) De moeder van Aladdin knielt voor de sultan, legt hem uit dat haar zoon verliefd op zijn dochter en biedt hem de edelstenen aan. De sultan overweegt bij het aanschouwen van deze rijkdom om zijn dochter ten huwelijk te geven, maar op advies van de grootvizier, die zijn eigen zoon als bruidegom wilt zien, vraagt hij de moeder van Aladdin om binnen drie maanden terug te komen.
(C.) Aladdin verneemt via zijn moeder dat er een groot huwelijksfeest aan de gang is ter ere van de verbintenis tussen de dochter van de sultan en de zoon van de grootvizier, hoewel de prinses aan hem was beloofd. Met behulp van de toverlamp zorgt hij ervoor dat de kersverse echtgenoot tijdens de huwelijksnacht uit bed wordt opgeheven en tot de ochtend in de kou blijft; de volgende nacht herhaalt zich dit. Het huwelijk wordt ontbonden.
(D.) Aladdin kan de wens van de sultan inlossen: veertig gouden schalen gevuld met dezelfde kostbare gekleurde edelstenen als de moeder van Aladdin de sultan eerder al cadeau deed, gedragen door veertig zwarte slaven, voorgegaan door veertig witte slaven. Hij wordt nu door de sultan met open armen ontvangen als schoonzoon.