Mannelijke pop, Godmaar, deken der geuzen, zijn bovenlichaam is zilverkleurig houtwerk, met kraag en schouderstukken in leder. Hij draagt een rode broek met een oranje heupband, heeft lange, donkergroene mouwen met daarover een stel kortere in blauwgroen. Zijn gezicht, haar en laarzen werden in hout uitgewerkt en overschilderd. Zijn neus werd erg toegetakeld.