Bezem: onderdeel van de uitrusting van een Jain monnik of non
Beschrijving
De bezem (broom) maakt deel uit van de weinige voorwerpen die een rondtrekkende Jain monnik of non bij zich draagt. Hij wordt gebruikt om het voorliggende pad schoon te vegen om te voorkomen dat er op kleine dieren, insecten, wordt gestapt. Een Jain mag immers geen levend wezen pijn doen of doden, ook niet per ongeluk.
Dit grote exemplaar met lange stok wordt gebruikt voor de plaats waar de monnik/non verblijft. Bezems die onderweg gebruikt worden zijn kleiner en makkelijker om mee te dragen.
De bezem is geen bezit van de monnik of non want deze religieuzen zijn volledig onthecht van materiële bezittingen. Hij wordt aangeboden aan de religieuzen door leken. De bezem is wel een noodzakelijk voorwerp om de religieuze voorschriften - geweldloosheid, en in dit bijzondere geval het niet doden van kleine insecten op de weg - te kunnen naleven.