Deze hanger verbeeldt een mannelijke figuur met een hoofdtooi met krulletjes. Zijn ogen zijn gesloten. Hij heeft geen oren. In plaats daarvan draagt hij aan weerszijden van zijn hoofd een spiraal die eindigt in een krul die haaks op zijn hoofd staat. Zijn hoofd is bijna net zo groot als zijn lichaam. Hij houdt in beide handen een hallucinogene paddenstoel. Hij zit op een halvemaanvormige structuur. Deze vorm wordt door sommigen geïnterpreteerd als een staart die uit zijn rug groeit en zou duiden op een transformatie van de figuur (zie: G. Le Fort, De verzameling Paul en Dora Janssen-Arts, Brussel, 2011, p. 300, abusievelijk 'kalkvaatje' genoemd). De vorm is hol van achteren.
Hangers in de vorm van mensenfiguren komen in alle metallurgietradities van Colombia voor.