Eind 15de eeuw zijn er al Joden actief in Antwerpen, zeker na hun vlucht uit katholiek Spanje en Portugal. Zij zetten er hun activiteiten in de financiële sector en bloeiende diamanthandel voort: joden worden uitgesloten van vele beroepen, de handel en in het bijzonder de financiële handel kon wel. De handel beleeft na Antwerpens val in 1585 een crisis. Veel burgers, ook Joden, vluchten. Amsterdam wordt hét diamantcentrum.
Een nieuwe Joodse migratie naar Antwerpen komt er in de 19de eeuw, vooral het laatste kwart, met nieuwkomers uit Oost-Europa en Rusland. Via familie en kennissen belanden velen in de diamantsector, waar vertrouwen belangrijk is. Diamantbewerking is ook relatief makkelijk aan te leren en de werktijden zijn verzoenbaar met religieuze voorschriften.
Rond 1900: de expertise én goedkope lonen lokken de diamant opnieuw naar Antwerpen. Joodse handelaars zijn bijzonder actief op diamantbeurzen. In de nijverheid vormen zij tot een kwart van de diamantarbeiders.
Nog altijd zijn vele Antwerpse Joden actief in de diamanthandel. In de nijverheid nagenoeg niet meer, door de algemene verhuizing van de diamantbewerking naar goedkopere landen.
Twee Antwerpse joden, Mr. Tali GOLDSTOFF en Mr. Arthur LANGERMAN, vertellen over hun activiteiten als diamantair in Antwerpen: waar hun roots liggen (Polen), op welke manier zij persoonlijk in de diamanthandel terecht kwamen, de diamanthandel van generatie op generatie (it runs in the family), waarom joden historisch in de diamanthandel actief zijn (een economische en geen religieuze reden), de relatie met de jain diamantairs.
Deel 2 van 2 interviewmontages: 2 jain en 2 joodse Antwerpse diamantairs over hun persoonlijk verhaal en dat van hun gemeenschap als diamanthandelaars. Interviews afgenomen in het kader van de tentoonstelling "Schitterend verlangen" in het MAS (2017)