Ter gelegenheid van de aanvaarding van L. Claus in het Broederschap van den Heiligen Jozef te Tielrode.
Bladzijde 1
RECTO
AFBEELDING
Meerkleurige prent.
De heilige heeft een lelietak en een winkelhaak in de handen, in de grond groeien leliën en rozen.
TEKST
In rode en bruine inkt gedrukt.
SANCTUS JOSEPH. PATRONUS ECCLESIÆ UNIVERSALIS.
SOCIÉTÉ DE ST AUGUSTIN
A. B. 203
Bladzijde 2
VERSO
In zwarte inkt gedrukt.
INGERICHT TE TIELRODE (WAAS)
DOOR Z. D. H.
ANTONIUS STILLEMANS
BISSCHOP VAN GENT
DEN 6 APRIL 1903, VERRIJKT MET TALRIJKE AFLATEN EN VERBONDEN MET DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DEN H. JOZEF TE ROME
ART. I. ALLE GELOOVIGEN VAN BEIDE GESLACHTEN, ZOO VAN THIELRODE ALS VAN ANDERE PAROCHIËN, MOGEN IN DIE BROEDERSCHAP AANGENOMEN WORDEN.
ART. II. DE BROEDERSCHAP HEEFT VOOR DOEL DE DEVOTIE TOT DEN H. JOZEF MEER OM MEER TE DOEN AANGROEIEN, DE HUISGEZINNEN TE HEILIGEN EN EENE ZALIGE DOOD TE VERWERVEN.
ART. III. TE DIEN EINDE ZULLEN DE LEDEN DER BROEDERSCHAP MET DE MEESTE GODSVRUCHT EN DEN GROOTSTEN LUISTER DEN FEESTDAG EN DE MAAND VAN DEN H. JOZEF VIEREN, EN HET HUNNE BIJDRAGEN TOT HET OPRICHTEN VAN EEN HEILIGDOM AAN DEN GROOTEN H. JOZEF, IN DE PAROCHIE VAN THIELRODE, HEILIGDOM DAT DE DIENAARS VAN DEN H. JOZEF JAARLIJKS MET HET GROOTSTE VERTROUWEN ZULLEN BEZOEKEN. ZIJ ZULLEN TRACHTEN IN DE HUISGEZINNEN DE GEWOONTE IN TE BRENGEN VAN DAGELIJKS TE BIDDEN ZEVEN MAAL ONZE VADER, WEES GEGROET EN GLORIE ZIJ DEN VADER, TER EERE VAN DE VII VREUGDEN EN SMERTEN VAN DEN H. JOZEF.
ART. IV. OM DEEL TE MAKEN VAN DE BROEDERSCHAP, MOET MEN: 1° INGESCHREVEN WORDEN OP HET BOEK DER
Bladzijde 3
BROEDERSCHAP; 2° EENE AALMOES GEVEN VAN TIEN CENTIEMEN ALLE MAANDEN, OF JAARLIJKS DE SOM VAN ÉÉNEN FRANK EN TWINTIG CENTIEMEN.
ART. V. BIJ HET OVERLIJDEN VAN ELK LID DER BROEDERSCHAP WORDT ER EENE PLECHTIGE MIS GEZONGEN TOT LAFENIS DER ZIEL VAN DEN OVERLEDENE, EN AL DE LEDEN BEHOOREN IN DIE MIS TEGENWOORDIG TE ZIJN, INDIEN MOGELIJK.
ART. VI. JAARLIJKS OP 19 MEERT, ZAL DE FEESTDAG VAN DE BROEDERSCHAP GEVIERD WORDEN, GEVOLGD VAN EENE PLECHTIGE OCTAAF TER EERE VAN DEN H. JOZEF, VOOR AL DE LEVENDE EN OVERLEDENE LEDEN DER BROEDERSCHAP. GEDURENDE DE MAAND MEERT WORDEN DE LEDEN VAN DE BROEDERSCHAP VERZOCHT TOT DE HH. SACRAMENTEN TE NADEREN OM DE AFLATEN TE VERDIENEN.
GEZIEN EN GOEDGEKEURD.
GENT, DEN 6 APRIL 1903.
A. DE BOCK, VIC. GEN.
OP BIJZONDER BEVEL VAN Z. D. HOOGW.
ART. DE MEESTER. KAN. SECR.
VOLLE AFLATEN. — MEDEDEELING DER AFLATEN VERLEEND AAN DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DEN H. JOZEF TE ROME, ONDER ANDERE:
1. OP DEN DAG DER INSCHRIJVING;
2. OP HET UUR DER DOOD, MITS TE MINSTE MET HET HERT EN MET BEROUW DEN H. NAAM VAN JEZUS UIT TE SPREKEN;
3. OP EENEN DER VOLGENDE DAGEN, MITS BIECHT, COMMUNIE EN KERKBEZOEK, KERSTDAG, BESNIJDENIS, DRIJKONINGENDAG, O. L. V. HEMELVAART, SINKSEN, H. SAKRAMENTSDAG, ONBEVLEKT ONTVANGENIS, GEBOORTE VAN MARIA, TROUWDAG-BOODSCHAP-VISITATIE VAN MARIA, LICHTMIS EN HEMELVAART, FEESTDAG VAN DEN H. JOZEF (19 MEERT) OF EENEN DER 9 VOORAFGAANDE DAGEN, BESCHERMING VAN DEN H. JOZEF OF EENEN DER DRIJ VOORAFGAANDE DAGEN, EN OP DEN DAG WAAROP HET OFFICIE VOOR DE OVERLEDENE LEDEN GEDAAN WORDT.
Bladzijde 4
GEDEELTELIJKE AFLATEN. — 200 DAGEN AFLAAT ELKE MAAL DAT DE LEDEN EENIG WERK VERRICHTEN VOOR DE BROEDERSCHAP, ENZ. ENZ.
N. B. — AL DE AFLATEN ZIJN TOEPASSELIJK AAN DE ZIELEN DES VAGEVUURS. — AL DE MISSEN DIE GEDAAN WORDEN VOOR DE OVERLEDENE LEDEN ZIJN BEVOORRECHTE.
GEBED.
GEDENK, O ALLERBESTE, ALLERMINNELIJKSTE, ALLERTEEDERSTE EN ALLERBARMHARTIGSTE VADER, H. JOZEF, DAT DE GROOTE H. THERESIA VERZEKERT, NOOIT TOT U HARE TOEVLUCHT GENOMEN TE HEBBEN, ZONDER VERHOORD TE ZIJN GEWEEST. MET ZULK EEN BETROUWEN BEZIELD, O MIJN WELBEMINDE BESCHERMHEILIGE, WEND IK MIJ TOT U, EN ZUCHTENDE ONDER DEN LAST MIJNER ONTELBARE ZONDEN, VAL IK VOOR UWE VOETEN NEER.
AH! ZEER MEDEDOOGENDE VADER, VERSTOOT MIJNE ARME EN ZWAKKE BEDE NIET, MAAR HOOR ZE GENADIG AAN. AMEN.
IS AANVAARD IN DE BROEDERSCHAP VAN DEN H. JOZEF
In zwarte inkt geschreven.
MR. L. CLAUS
DE BESTUURDER
A ROOSENE
THIELRODE, DEN 1 MEI 1903
DRUKK. SCHUERMAN-BOEYKENS, TEMSCHE.
In zwarte inkt geschreven.
MFA 57.3.1969