Dit borstsieraard heeft de vorm van een dubbelkoppige vogel. De sterk gekromde snavels zijn mogelijk die van een harpij, de grootste arend in Costa Rica. Deze enorme, gekuifde vogel leeft in het dichte, vochtige oerwoud. Op borsthoogte zien we nog eens twee koppen, van katachtigen. Die koppen stellen ofwel borstsieraden van de vogel voor, ofwel mythische metamorfoses van de vogel zelf.
De vogel draagt een kroonachtige kuif die een variant is van een algemeen motief in de precolumbiaanse kunst van Zuid-Amerika: een dubbelkoppige reptielachtige vorm die vaak een 'hemelslang' of 'hemelband' wordt genoemd. Hier is het een gestileerde krokodil of kaaiman met een langgerekt lijf en aan ieder uiteinde een kop.