De aderlater uit blauwgrijze jade is rondom versierd met ondiep, opgelegd reliëf. Bovenop is een gezicht gesneden, en om de hele oppervlakte van het handvat heen loopt de afbeelding van een plant met wortels en bladeren, en bovenaan een gesloten bloemknop. Zoals (veel) later bij de Maya en Azteken, werd bloed beschouwd als een levenbrengende stof. Aderlatingen werden uitgevoerd door edelleden en priesters, die hiervoor cactusstekels of de stekels van een pijlstaartrog gebruikten. Ook bij aanvang van sjamanistische rituelen werd soms bloed afgenomen, zodat de verzwakte sjamaan makkelijker in trance kon geraken en visioenen kon oproepen.