Alpaca (in de pampas) de pallay met synthetisch geverfde en ongeverfde schapenwol. Ketting effecttechniek en in de pallay dubbelweefsel ( twee kettingen: één ketting in wit en de andere in verschillende strepen van kleuren) .
Twee panden (kallo) samengenaaid.
Motieven: In Charazani nooit brede pampas zoals bvb in Potosí. Heeft te maken met landschap van hoge bergen en diepe valleien (valles altos) aan de oostelijke zijde van de cordilleras. Smallere strepen tussen de pampas en de pallay (decoratieve stroken) worden listas genaamd. Hier in de listas een degradatie van kleuren: kuychi (regenboog). In pallay motieven in vakjes zoals Inka tokapu, dit is typisch voor dubbelweefsel waar men met de kleuren van de twee kettingen kan wisselen. Typische iconografische motieven van Charazani: golfmotiefjes (gancho of kurti) van pre-Spaanse oorsprong typisch motief van de Kallawaya-genezers met beschermende werking (Girault 1969). Paarden: soms met kleintjes, soms tweekoppig. Vogeltjes (soms dubbel rug aan rug) en zonmotief. Typisch zijn de bewegingen in de manen van de paarden, de vleugels van de vogels en de stralen van de zon. Dit om weefsel dynamiek of leven te geven (heeft ook te maken met techniek van dubbelweefsel waarbij men de tussenruimten tussen de motieven moet opvullen om twee lagen van het zakweefsel samen te houden: ook horror vacui). .
Gebruik: door vrouwen om lasten en kinderen te dragen. Mooiere exemplaren als dit worden voor feesten gebruikt. Draagdoeken zijn altijd groter dan de gewone schouderdoeken en hebben altijd dubbele pampas per strook.