Hoedje in poolweefsel met bovenaan en op de vier zijden een groot ruitmotief. Het ruitmotief komt voor in twee varianten, telkens aan één zijde en de tegenovergestelde zijde.De hoedjes met ruitmotieven schijnen de meest traditionele te zijn. Vierpuntige hoedjes worden algemeen met het Huari-rijk in verband gebracht. Slechts enkele zijn in archeologische context gevonden en dateren uit de middenhorizon. Ze worden ook voorgesteld op vaatwerk uit dezelfde periode. Hieruit valt af te leiden dat ze werden gedragen door mannen van hoge rang. Op vaatwerk is te zien hoe deze mannen ceremoniële handelingen verrichten (ze dragen bekers of staven) of wapens (zie Dumberton Oaks vol: 407). De vier punten op de hoedjes evenals de vier panelen waaruit de hoedjes vervaardigd zijn, verwijzen naar het belang van het getal vier in de symboliek van de Andesvolkeren. De beste illustratie van de getal vier symboliek vinden we terug in de benaming van het Inca-rijk, Tawantinsuya : letterlijk de vier delen te samen.