Dit masker, voorzien van een baard van raffiavezels en een verticale vlecht in het midden van het gelaat, is geknoopt uit gedraaide raffiatouwtjes, een techniek die ook gebruikt werd voor de vervaardiging van visnetten (afb. 102). Het werd nadien gezwart volgens een procédé dat in zwang was bij de Noordelijke Dan. Het bestond erin een gekookte brij van gestampte bladeren met een ijzeren werktuig of een kei tot een gladde verfstof te wrijven en die vervolgens met een veer, een uitgerafeld stokje of met de vingers op het voorwerp aan te brengen. Het masker werd samen met een conische hoed gedragen door een steltendanser wiens kledij bestond uit een stoffen bedekking van de bamboestokken, een broek een traditioneel mannenkleed en een rok van bast. Steltendansers traden onder meer tijdens oogstfeesten in groep op om het publiek te vermaken. Aangezien het masker op zich 'magische' krachten bezat, kreeg het van zijn eigenaar offers opdat het hem tijdens zijn spectaculaire dansuitvoeringen zou beschermen en voor zijn welzijn en dat van zijn familie zou zorgen.