Zilveren vingerring. Onderaan smal, naar boven toe verbredend en hol. Centale knop, met suasa bekleed, in de vorm van een omgekeerde afgeknotte kegel. Binnen is die gevuld met een harsachtig materiaal en bedekt met een gewelfd plaatje met centraal 5 korrels. Filigraanversiering: snoervormige band rond de basis van de knop en rankvormig inelkaar golvende spiralen op de brede ringwand bij de knop.