Huipil, met vierkant uitgeknipte halsopening, opgebouwd uit drie panden: één brede middepand 37,5 cm breedte en twee smalle zijstroken, elk 24 cm breed. Kettingripsweefsel met drie zelfkanten, de vierde zijn franjes. Figuratie bekomen door brochering in wol die borduursteken nabootst : platsteek, steelsteek en kettingsteek.