Zeepstenen grafbeelden werden in de Congolese kuststreek vervaardigd ter nagedachtenis van welgestelde en invloedrijke familieleden. In de literatuur staan zij bekend als 'mintadi' (enk.'ntadi'), maar de Kongo zelf duiden deze gedenktekens meestal aan met 'tumba' (Portugees voor graf). De afgebeelde personages hebben betrekking op de omgeving van de overledene gedurende zijn leven, op de relaties met zijn familieleden en op zijn sociale status.
Dit grafbeeld stelt een zittende en 'denkende' chef (fumani) voor met de linkerhand aan zijn wang. Hij bekommert zich om het toekomstige welzijn van zijn familie en clan. Bij zijn overlijden werd het beeld als het ware zijn dubbelganger, die bleef waken en die de chef in de herinnering deed voortleven. De vier luipaardklauwen in het hoofddeksel symboliseren de levenscyclus: geboorte, leven, dood en wedergeboorte.