De houten drinkbeker was in de 19de en begin 20ste eeuw een begeerd luxevoorwerp. Er werd wijn van de raffiapalm uit gedronken, nog steeds een populaire drank. Bekers in de vorm van een trommel waren pronkstukken van de elite. De hoogsten in rang, de kum apoong, gebruikten deze niet in het openbaar, maar aten en dronken steeds in afzondering.