Hayagriva (Sanskriet : 'met de paardenkop') is in oorsprong een schrikwekkende verschijningsvorm van de hindoegod Visnu. In het tantristische boeddhisme is hij een vorm van Avalokitesvara die boosaardige demonen vernietigt en derhalve een beschermer van de leer of Dharmapala. Als initiatiegodheid is hij een emanatie Aksobhya. Zijn cultus ontwikkelde zich in Tibet in de 11de eeuw. Hij was aanvankelijk de patroon van de Tibetaanse paardenkooplui. In die hoedanigheid is hij ook in Mongolië populair. Hij wordt tevens vereenzelvigd met het vliegende paard dat op vele gebedsvaantjes voorkomt. Opvallend is zijn verschijning in vele phur-pa of rituele dolken.
Deze Hayagriva heeft duidelijk een paardenkop in zijn hoofdtooi, tussen de vijfpuntige kroon en de rode vlammende haren. Hij heeft slechts 2 armen waarvan de rechtse wellicht een scepter met doodshoofden droeg. In zijn linkerhand houdt hij de strik waaraan nog een afgehakt hoofd bengelt. Hij draagt het vel van een tijger als heupdoek en heeft een krans van afgehouwen hoofden om. Hij staat in de rechtse zijwaartse houding en verplettert slangen met zijn voeten.
Beeld en lotussokkel zijn apart gegogten. De omgekeerde accolade in de cartouche op de achterzijde van de sokkel geeft de Tibeto-Chinese origine aan.