het 'alunga'-genootschap en gelijknamig masker zouden afkomstig zijn van jagersgroepen, waarbij de gemaskerde figuur oorspronkelijk optrad als beschermer van de honing. Het 'alunga'-masker, bij de Bembe het focale punt van alle genootschapsactiviteiten, is een janusvormig stulpmasker met twee paar ruitvormige ogen. Aan de twee kanten fungeert een kleine doorboring tegen de boord als kijkgat voor de drager. De sculptuur wordt bekroond met een hoofdtooi van veren en stekelvarkenspennen. De gemaskerde draagt een vezelkraag en kostuum.
In de handen houdt hij een houten kapmes en een buffelhoorn. Het masker is voor de Bembe tegelijk een 'ebu'a', iets verborgen, mysterieus en onherkenbaar, en een 'm'ma', een oude bosgeest. Meerdere jongens van eenzelfde lineagegroep worden tegelijk in het 'alunga'-genootschap opgenomen. Ze worden er ondermeer ingewijd in de mysteries van het masker, dat in het raam van de initiatie gedragen wordt in een optocht van de nieuwe leden naar het dorp.
Op regelmatige tijdstippen zal de maskerdrager de wensen en verlangens van het genootschap bekend maken. Het masker heeft als instrument voor sociale controle slechts invloed op de interne orde, de groepscohesie en de rechtmatige verdeling van taken en privileges