Op de schaal is wellicht een danser met een hertachtig gewei afgebeeld. Uit archeologisch onderzoek en Spaanse bronnen weten we dat de bewoners van het oude Panama in de eerste plaats landbouwers waren, maar dat ook de visvangst en de jacht in grote mate bijdroegen tot de voedselvoorziening. Waar de landbouw tot het domein van de vrouw behoorde, werd de jacht beschouwd als een zaak van de mannelijke elite. Kenmerkend voor het religieuze leven van jagersculturen is, dat een harmonisch evenwicht tussen mens en natuur wordt nagestreefd. Een belangrijke rol wordt daarbij gespeeld door de 'meesters der dieren', geestwezens die in menselijke of dierlijke gedaante aan de mens kunnen verschijnen. Omdat zij het dierenbestand controleren dienen de sjamanen of andere rituele specialisten geregeld met hen te onderhandelen om succes bij de jacht te verzekeren. Het is mogelijk dat de gemaskerde dansers op de schalen 'meesters der dieren' voorstellen.
In Panama kwam tussen 500 en 1000 een hoog ontwikkelde cultuur tot stand, geleid door een machtige politieke elite. In graven zijn prachtig polychroom beschilderde schalen gevonden met de voorstelling van complexe dierlijke figuren. Dit type van schalen met hun sierlijke beschildering wordt doorgaans tot de Coclé-stijl gerekend, genoemd naar de gelijknamige provincie. Binnen de stijlregio bestaan echter een aantal varianten, zoals die van het Azuero-schiereiland, die eenvoudiger is.