Over het kleed komt eerst een gordel in zwarte wol. Eén witte en twee rode strepen zijn ingeweven, terwijl beide uiteinden over een lengte van 120 cm extra versierd zijn met los geborduurde kruisjes in wit katoengaren. Aan beide uiteinden zijn kwastjes. De gordel wordt zodanig om het middel gewikkeld dat de kwastjes precies langs de zijden hangen ; het geheel wordt met een aangenaaide band van kaartweefsel vastgeknoopt