Hindoegoden zijn te herkennen aan hun houding, gebaren en attributen. Dit granieten beeld stelt Vishnoe voor in zijn glorierijke staatsiehouding, bhogasthanaka. Hij heeft vier armen waarmee hij meestal vier emblemen draagt: een rad, een schelphoorn, een lotus en een knots. In dit geval houdt hij in één rechterhand het wiel vast (dat de zonneschijf voorstelt, of een wapen in de vorm van een discus). Met zijn andere hand maakt hij een geruststellend en beschermend gebaar (de abahaya-mudra of de vrees-niet handhouding). In één linkerhand houdt hij de schelphoorn vast en de andere hand rust op zijn heup. Lotus en knots ontbreken. Typerend voor de iconografie van Vishnoe is ook zijn hoge tiaravormige kroon.
Vishnoe is een van de belangrijkste goden uit het hindoeïsme. Hij houdt de schepping in stand en beschermt de mensheid. Wanneer de wereldorde bedreigd wordt, daalt hij neer om het kwaad te bestrijden en de mensen te redden. Volgens de Indische, cyclische wereldopvatting verscheen hij al negenmaal als redder op aarde, in verschillende gedaanten, avatars genoemd. Hij zal nog een tiende keer optreden.
hoogte: 136 cm (geheel) breedte: 58 cm (geheel) hoogte: 108 cm diepte: 19.5 cm breedte: 42 cm (sokkel) diepte: 34.5 cm (sokkel) hoogte: 25.5 cm (sokkel)