Dit amuletfluitje stelt 'mukishi wa cikunza', het belangrijkste initiatiemasker voor. 'Cikunza' is de schutspatroon van de initiatie. Zijn masker wordt gemaakt uit boombast en hars die zijn beschilderd. Samen met de andere initiatiemaskers verbrandt men 'cikunza' na afloop van de initiatie. De naam 'cikunza' verwijst naar een soort sprinkhaan die faam geniet omwille van zijn vruchtbaarheid. Dit maakt van het masker een vruchtbaarheidssymbool. Aan de basis is een gelaat gemodelleerd met daarboven een langwerpige conische bekroning met ringen. Deze stelt de horens van de 'tengu' voor.
De 'tengu' is de baardantilope, ook basterdgemsbok genaamd. Hij geldt als symbool voor kracht en mannelijkheid. Dit masker zoekt de jongens op die moeten worden besneden, geeft het startsein van de initiatie en is tevens de voornaamste beschermgeest van de geïnitieerden. Buiten de initiatiecontext helpt het masker jagers en onvruchtbare vrouwen die een miniatuurvoorstelling ervan als amulet kunnen dragen. Marie-Louise Bastin rekent dit amuletjachtfluitje tot de expansiestijl.