In hout gesneden pijl- en booghouders behoorden tot de meest sacrale gezagstekens van de Luba-koningen en chefs. De vertakking in de vorm van een drietand gaat terug op de eenvoudige, onversierde en niet figuratieve houten of ijzeren gebruiksvoorwerpen van jagers. Horizontaal tussen de gevorkte drietand werden pijlen, lansen en bogen gelegd. De pijl- en booghouder wijst op de nauwe relatie tussen het koningschap en de jacht zoals deze verpersoonlijkt wordt in de mythische cultuurheld en stichter van het Luba-koningschap Mbidi Kiluwe. Hij stond bekend als een uitmuntende jager. Misschien stelt de afgebeelde vrouwelijke figuur de stichtster voor van een specifieke hoofdelijke of koninklijke clan. Haar houding met de handen aan de borsten, alludeert op het geloof dat vrouwen bepaalde geheimen in verband met het koningschap in hun borsten bewaren. Het verzorgde kapsel alsook de realistisch weergegeven littekenscarificaties wijzen op een hoge status of adellijke afkomst. Dergelijke figuratief uitgewerkte pijl- en booghouders behoorden tot de statussymbolen die in het allergrootste geheim werden bewaard door een vrouwelijke dignitaris. Ze werden dus nooit in het publiek getoond.
In de catalogus van 100xCongo (2020) schrijft Florent Lukanda Lwa Malale Ndeke: "Deze gesculpteerde houten pijlhouder (lupanda of luhanda – de p en de h zijn verwisselbaar in het Kiluba), waarvan het heft bekleed is met metaal, eindigt bovenaan in een vork, kipanda, afgeleid van het werkwoord kupanda, splijten. Dezelfde gevorkte vorm is terug te vinden in de houten balken die gebruikt werden bij de bouw van huizen, als dragers van muren en gebinte, verankerd in de grond. Een van de praktische functies van de kipanda was het ondersteunen van wapens. De lupanda is een artistieke reproductie die inzicht geeft in de symbolische functie ervan. Drie historische feiten leveren ons essentiële informatie:
1. Vooraleer hij het land van de Lunda betrad, had de Muluba-cultuurheld Cibind Irung een gevorkte tak met drie tanden, die hij van een grote boom in de nabijheid had afgesneden, in de grond gestoken. Daaraan hing hij zijn pijlkoker, zijn boog, zijn mes en al zijn materiaal voor de jacht. De volgende ochtend nodigde de autochtone Lunda-koningin Ruwej hem uit om de rivier over te steken. Ze trouwden en Cibind introduceerde de gebruiken van het sacrale koninkrijk van de Baluba in zijn nieuwe vaderland. Na zijn dood werd hij begraven op de plek waar hij de tak had geplant, die ondertussen was uitgegroeid tot een sacrale boom. Deze boom, gesymboliseerd door de pijldrager, is een metonymie: Cibind Irung stak de rivier over en betrad het land waar hij een sacraal koninkrijk zou stichten, dat hecht verbonden was met het bovennatuurlijke rijk. Met behulp van het door hem geïntroduceerde sacrale vuur van de macht, mbala, zou de ‘sacrale keuken’ koning Mwat Yav en de geesten in een mysterieuze band samenbrengen.
2. De Muluba-stichtersheld Mbidi Kiluwe zat in de top van een boom aan het Boya-meer, toen de vrouw Bulanda a Ndai zijn beeld weerspiegeld zag in het water. Om hem naar beneden te doen komen, moest deze zuster van koning Nkongolo met haar rug tegen de stam van deze boom leunen. Later trouwde Mbidi Kiluwe met haar en uit hun huwelijk werd Kalala Ilunga geboren. De houding van de vrouw Bulanda, rechtop staand en tegen de gevorkte boom geleund, komt overeen met de compositie van de hier afgebeelde pijldrager.
3. In de hoofdij Kinkondja vond in een meer een investituurrite plaats. Een boom eindigend in drie takken werd in het water geplant. Boven het water waren alleen die drie takken te zien. De kandidaat-mulopwe (koning) ging tussen de takken zitten. Dan dook hij in het meer om een albinovis te vangen. Alleen een kandidaat die door de geesten van de overleden heersers (balopwe) goedbevonden werd, kon in deze miraculeuze proef slagen. Hij klom opnieuw op de gevorkte tak en kreeg te horen dat hij voortaan geen familie meer had, dat hij een leeuw, een luipaard, een hyena was: ‘Mukwenu wabikala cinayi: ye ke nge, ye ke ntambo!’ In het geval van Mbidi Kiluwe, en ook bij de prinsen van Kinkondja, zat de kandidaat op een gevorkte tak tussen hemel en aarde. De geesten van de bulopwe gaven hem dan bovenmenselijke kracht. Bomen (op mythisch niveau), gevorkte takken (op ritueel niveau) en pijldragers (op iconisch niveau) behoren tot dezelfde categorie objecten die het vermogen illustreren om te bemiddelen tussen normaal van elkaar gescheiden domeinen, en meer specifiek de wereld van de mensen en die van de geesten. Pijldragers hebben dus een sacrale functie als belichaming van de herinneringen die aan de basis liggen van het koningschap de bulopwe.
De lupanda dient dus als een insigne van koninklijke en/of spirituele macht. Hij wordt ook gezien als een symbolisch recipiënt waarin de mulopwe zijn onzichtbare wapens bewaart die afrekenen met negatieve geesten. Dit object wordt in een wit stuk stof (didiba ditok) gewikkeld en op een geheime plaats bewaard." [Bron: Lukanda Lwa Malale Ndeke, Florent in: 100xCongo, 2020: 258]