Stangpop uit een Antwerps poesjetheater, in de vorm van een mannelijk figuur met baard, die Duivel Blekkas voorstelt.
In de 19de eeuw ontstonden in diverse Belgische steden volkse marionettentheaters. Antwerpen had er enkele tientallen. De poppen werden hier 'poesjenellen' genoemd, naar Pulcinella, een schelmenfiguur uit de Italiaanse commedia dell'arte.
Tijdens de voorstelling gaven de poesjenellen commentaar op de actualiteit. Daarbij vertolkten ze de gevoelens, verlangens en opvattingen van het publiek. De toeschouwers reageerden spontaan en luidruchtig met kritiek en aanmoedigingen.
Rond 1875 ontdekte de burgerij dit 'typische' volksvermaak. De theatertjes speelden hier handig op in met speciale vertoningen die alle clichés over de lage sociale klasse bevestigden: ze blonken uit door extra ruw taalgebruik en onfatsoenlijk gedrag.