Vanaf de jaren 1700 nam het vervaardigen van zeekaarten een hoge vlucht. Zeemogendheden begonnen gegevens uit te wisselen en namen stilaan de leiding van de cartografische activiteit. Grote cartografische en hydrografische diensten werden opgericht. Privéfirma’s zorgden voor de boekuitgaven, onder toezicht van de admiraliteiten. Ook bij privécartografen nam de belangstelling toe.
Deze 18de-eeuwse instrumentenkast voor een cartograaf bevat al het nodige om kaarten te tekenen op het veld: een zakzonnewijzer, een proportionaalpasser, trekpennen, winkelhaken, gradenbogen enz.