Lantaarnplaat met vier cirkelvormige kleurenafbeeldingen op een zwarte achtergrond, genummerd van 25 t.e.m. 28. Dit is de zevende lantaarnplaat uit de twaalfdeligereeks. De decalcomanie is aangebracht op de achterzijde van de enkelvoudige glasplaat. De omlijsting met papieren kleefband is verdwenen. Vooraan rechts opzij staat het oude objectnummer ‘A.F.6953.’ met witte vernisstift geschreven.
Bovenaan gecentreerd in een transparante ovaal staan de initialen ‘J.F.’, het merkteken van de Duitse fabrikant Johann Falk (actief ca. 1895 - ca. 1931) die gevestigd was te Neurenberg. De vier scènes vertellen het sprookje ‘Roodkapje’, waarvan de Duitse versie in 1812 door de Gebroeders Grimm werd gepubliceerd. (De oorspronkelijke Franse versie (‘Le petit chaperon rouge’, 1697) is van Charles Perrault.) We zien dat (25) Roodkapje thuis vertrekt met een mand voor grootmoeder, (26) ze in het bos de wolf tegenkomt, (27) de wolf in grootmoeders bed ligt en (28) de jager grootmoeder en Roodkapje redt uit de maag van de wolf.