Geweven op heupgetouw in December 2008
Materiaal en techniek: schaapswol, natuurlijk gekleurd met cochinilla (rood), kaka sunkha (oker), chillka (groen), chillka met kolpa (zwart), paars (cochinilla met kolpa). Geheel ketting effect techniek. In midden ley pallay of in Sallac jara pallay genoemd (suplementaire kettingtechniek), zijkanten watay (ikat). Watay-techniek gaat terug tot pre-inca. Ikattechniek is zeldzaam. Is verdwenen toen synthetische garens verschenen want deze konden niet worden gekleurd. Meestal worden met watay geometrische motieven geweven maar ook meer ingewikkelde vormen als namen en data zijn mogelijk.(Callañaupa:72).
Mantas bestaan uit een vierkant dat gevormd wordt door twee langwerpige panden samen te naaien.
Mantas zijn de moeilijkste weefsels. Worden geweven door ervaren weefsters. Kinderen beginnen vanaf 7 jaar met weven van smalle bandjes, daarna gordels en vanaf ongeveer 12 jaar met de mantas.
Motieven: in midden sacsa tika urgano (veldbloem)
Gebruik:
Kleine llicllas als deze worden louter als manta gedragen en niet als draagdoek gebruikt.