Het orgel is opgebouwd uit decoratief beeldhouwwerk en geschilderde panelen. Het orgel bestaat uit 16 registers en 81 toetsen.
Eind 19de eeuw verschijnen de eerste orgels in de Antwerpse danszalen en café-chantants. Een van de bekendste orgelbouwers was de Antwerpenaar THEO MORTIER, die in 1892 een bedrijf oprichtte dat tot 1950 dansorgels bouwde. Dit imposante Mortierorgel heeft een mechanisme van het Franse merk Gavioli.
Uitgaan, dansen en zingen gingen tot aan de Tweede Wereldoorlog vaak hand in hand. De stad hief een extra belasting op de orgels in de danszalen en de café-chantants, maar de café-uitbaters vonden er iets op om dat geld te recupereren: de ‘half-soukesdans’. Midden in een dans legden ze de muziek stil. Alleen wie vijf cent betaalde, mocht de danspartij afmaken.