Kling: eenzijdig snijdend met convexe en licht concave zijde. Convexe snijkant. Ingelegde motieven (Mata) en rondjes aan de convexe kant. Twee doorboorde gaatjes. Op de rug, tegen de punt aan, twee groepen opengewerkte motieven. Greep in hertshoorn met binding. Besneden met complexe motieven. Twee groepen haar op de greep. Midden van de greep bekleed met gevlochten rotan. Greepbasis uit hars. Schede uit twee helften hout, bijeengehouden door drie gevlochten rotan bindingen, die een knop vormen (katon evok). Snijwerk op het hout. Aan de achterzijde, tweede schede in dierenhuid (apis) voor bijmesje (piso raout – ontbreekt echter). Rotan gordel (blavit) met oog en aangeregen stuk hoorn (de knoop), en kwast uit fijn rijgwerk van gekleurde kralen.